Bicepsletsels aan de elleboog

Tendinitis-Tendinose

Een ontsteking van de bicepspees komt bijna enkel bij mannen voor.

Er zijn 3 onderliggende oorzaken:

  • De ruimte tussen spaakbeen en ellepijp vermindert sterk bij pro- & supinatie, waardoor de pees ertussen wordt geklemd.
  • Het gebruik van anabole steroïden en androgenen
  • De distale bicepspees is een zone met een verminderde bloedvoorziening naar de pees (cfr. Distale achillespees)

Klinisch bemerkt men pijn in de elleboogplooi bij het plooien (=flexie) en naar boven draaien van de handpalm (=supinatie) tegen weerstand.

De behandeling is conservatief: rust, ijs, ontstekingsremmers, kinesitherapie & eventueel een afneembare gips. De plaats van corticoidinfiltraties is omstreden wegens een grotere kans op afscheuren van de pees.
Indien deze maatregelen niet helpen, kan een operatieve therapie overwogen worden: losmaken, proper maken en heraanhechten van de pees. Dit is een zeldzame procedure.

Bicepsscheur

Het typische verhaal bij een bicepsscheur is het plotse "poppen" bij de dalende fase van het tillen (=eccentrische fase). Het gaat meestal om een plots gebeuren met één uitlokkende handeling. De meest voorkomende leeftijd is rond de 55 jaar.

De bicepspees faalt bijna altijd door avulsie (losrukken) van de pees vanop haar aanhechtingsplaats op de tuberositas van de radius. Daarbij trekt de spierbuik zich terug in de richting van de schouder, waardoor er een bol ontstaat op de bovenarm. Er treedt een krachtverlies (+/- 50%) bij plooien en voornamelijk de supinatie (de handpalm naar boven draaien).

De behandeling is bijna steeds operatief: het heraanhechten van de pees thv zijn oorspronkelijke aanhechtingsplaats dmv een anker. Gaat men niet over tot operatief ingrijpen dan blijft de krachtvermindering in de elleboog (vnl bij het draaien van de onderarm (handpalm naar boven)) aanzienlijk. Dit kan dus enkel bij mensen met een sedentaire levenswijze die weinig functionele belemmering hebben van het krachtsverlies.

De ingreep wordt normaal gezien uitgevoerd via daghospitalisatie, U mag dus reeds ’s avonds het ziekenhuis verlaten.

Anesthesie: de ingreep gebeurt onder algemene verdoving.

Ingreep:

  1. Een incisie van een vijf tot acht cm wordt gemaakt net onder de elleboog. Soms dient de incisie verlengd te worden indien de pees teruggetrokken is.
  2. Het uiteinde van de pees wordt opgezocht en opgefrist.
  3. De oorspronkelijke aanhechtingsplaats (tuberositas radii) op het spaakbeen wordt tot op mooi doorbloed bot vrijgeprepareerd.
  4. Vervolgens wordt een botanker geplaatst voorzien van een hechtingsdraad waarmee de pees op zijn anatomische aanhechting terug wordt vastgeknoopt.
  5. De wonde wordt gespoeld en gesloten in lagen en een ellebooggips wordt aangelegd.

Postoperatieve verloop:

  1. Een open ellebooggips (atelle) voor 10-14 dagen: dan komt u terug op de raadpleging, de wonde wordt verzorgd en de hechtingen verwijderd.
  2. Een nieuwe synthetische ellebooggips wordt aangelegd voor weerom 10-14 dagen.
  3. Hierna wordt het gips verwijderd en krijgt u een elleboogbrace die de laatste 30° van strekken (extensie) blokkeert (om te voorkomen dat er te veel kracht op de pas herstelde aanhechting van de pees komt).
  4. Na 6 weken mag de elleboog onbelast vrij bewegen.
  5. Pas na 2 maanden mag voorzichtig met kracht worden gewerkt tot 5 kg.
  6. Volledige kracht is pas toegelaten ten vroegste na 3 maanden.

Mogelijke complicaties:

De twee meest beschreven complicaties zijn:

  • Tijdelijke uitval door neuropraxie (tractie door het openspreiden van de wonde om aan de aanhechtingsplaats te geraken) van de nervus radialis.
  • Ectopische botformatie. Dat is botvorming in de buurt van het operatiegebied.