Platvoeten

Algemeen

Er bestaan verschillende vormen van platvoeten. De meest voorkomende platvoet is de soepele platvoet. Hierbij zal de voet doorzakken bij steunname, maar wordt er bij het op de tenen staan een mooie voetboog gevormd. Een andere groep zijn de stijve platvoeten; bij deze vorm gaat de voet doorzakken, zowel bij gewone steunname als bij op de tenen staan. Hierbij is er soms sprake van een aangeboren anatomische afwijking (zeker bij kinderen) of is de voet stijf geworden door artrose (slijtage) in de voetgewrichten.

  • De soepele platvoet:

    Soepele platvoeten komen vaak voor en geven over het algemeen geen tot weinig klachten. De mate van doorzakking van de voet wordt bepaald door de onderlinge grootte van de botten in de voet en de tonus van de spieren. Soepele platvoeten geven meestal geen klachten in andere delen van het lichaam zoals de knieën, heupen of de rug; soms kan men door de slechte gang wel secundair klachten krijgen in de knie of rug bijvb. Kinderen met soepele platvoeten kunnen meestal alle soorten schoeisel dragen.
    Wanneer bij duidelijke soepele platvoeten vermoeidheidsklachten en pijnklachten optreden, is er vaak nood tot het dragen van stevig schoeisel en soms aanvullend een steunzool in een goede schoen. Hierbij zoekt men best naar schoenen die geen drukplekken met eeltvorming geven; een goede leest en tevens stevige omvatting van de hiel zijn belangrijk. Je vind in de meeste zaken ook schoenen die geschikt zijn voor steunzolen (de gewone zool kan er uit genomen worden).
    Schoenen en steunzolen kunnen de ontwikkeling van de platvoet niet volledig gaan beïnvloeden, ze kunnen wel de platvoeten zodanig gaan ondersteunen dat de druk beter wordt verdeeld en de pijnklachten verminderen.

    Bij zeer ernstige soepele platvoeten met blijvende of toenemende klachten ondanks goede opvang met goede schoen en zolen, kan evt een operatieve correctie aangewezen zijn. Er is een verschil in aanpak bij kinderen en volwassenen.

  • De stijve platvoet:

    Een stijve platvoet is soms het gevolg van een aangeboren anatomische afwijking; vaker kan dit een gevolg zijn van een degeneratie of slijtage in een of meerdere gewrichten van de voet door de verdere negatieve evolutie van deze platvoet. Medische beeldvorming kan helpen in het stellen van een correcte diagnose. Daarop kunnen we evt vervormde, ontstoken en soms versleten gewrichten zien of beenderen welke met elkaar vergroeid zijn. Wanneer er sprake is van een stijve platvoet is een orthopedisch consult aangewezen. Dergelijke problemen vergen meestal een operatieve correctie. Vaak is na een correctie nog steeds een beperkte steunzool nodig; wanneer een deel van de voet vastgezet wordt is er soms nog een noodzaak tot het dragen van orthopedische schoenen om de afrol te ondersteunen.

Diagnose

De diagnose van een platvoet wordt gesteld na een klinisch onderzoek. De orthopedist analyseert het looppatroon en bekijkt de stand van de voet en de enkel. Oa de mogelijkheid om op de tenen te kunnen staan en om de voet passief te corrigeren zijn belangrijk.
Indien nodig wordt het klinisch onderzoek aangevuld met medische beeldvorming (staande radiografie, NMR, …).

Behandeling

  • Niet-operatief: Afhankelijk van het type platvoet en evolutie van de platvoet kunnen steunzolen of orthopedisch schoeisel worden voorgeschreven.
  • Operatief: Zie operaties aan de voet en de enkel.