Artrodese van de enkel en/of voet

Indien de conservatieve behandeling onvoldoende blijken te helpen bij artrose in de enkel of voet, kan er worden gekozen voor een operatieve ingreep: de artrodese.

De ingreep

Bij een artrodese wordt het overgebleven, pijnlijke gewricht verder verwijderd en vastgezet. Afhankelijk van de slijtage in het aantal gewrichten kunnen er ook meerdere gewrichten worden vastgezet.
Als allereerste zal de chirurg het resterende kraakbeen in het aangetast gewricht verwijderen. Zolang er resten kraakbeen aanwezig zijn, kunnen de twee stukken bot niet mooi aaneen groeien. Een eventuele afwijkende stand kan nu ook worden aangepast door op de juiste plaats de botten te gaan bijschaven.

Om alles mooi aaneen te laten groeien worden de botten gefixeerd met schroeven, plaatjes of krammen (afhankelijk van de plaats van de artrodese wordt voor een ander type gekozen). Op deze manier kunnen de botstukken niet meer bewegen en zullen ze aaneen groeien.
Afhankelijk van de plaats, kan dit deels door middel van een kijkoperatie worden gedaan. Hierbij wordt het kraakbeen en nodige bot weggeshaved door de shaver en shaverblades. Erna wordt er via een kleine insnede de nodige schroeven ingebracht. Dit kan uiteraard enkel als de standsafwijking van de voet/enkel niet te groot is.

De meest voorkomende artrodesen in de voet en enkel zijn:

  • MTP1-artrodese: zie Operaties aan de voet, Hallux Rigidus-correctie
  • TMT-artrodese: vastzetten van het gewricht tussen os cuneiforme-metatarsalen.
  • Subtalaire artrodese: Vastzetten van het gewricht tussen calcaneum - talus.
  • Talonaviculaire artrodese: Vastzetten het gewricht tussen talus – os naviculare.
  • Triple artrodese: Vastzetten van de gewrichten tussen talus- os naviculare, calcaneum - talus en calcaneum - os cuboideum.
  • Enkelartrodese: Vastzetten van het gewricht tussen tibia - talus.
MTP1-artrodese
TMT1-artrodese
Subtalaire artrodese
Talonaviculaire artrodese
Triple artrodese
Enkelartrodes

De anesthesie

In de meeste gevallen zal er gebruik gemaakt worden van een algemene anesthesie in combinatie met een inspuiting via de kniekuil. De inspuiting in de kniekuil (‘POPLITEAAL BLOK’ of verkort ‘POP BLOK’) heeft als doel de pijn na de operatie tot een minimum te beperken of zelfs volledig te onderdrukken. Ze wordt toegediend door de anesthesist voor de operatie om een maximaal comfort te geven na de operatie. Hierdoor wordt er ook 1 nacht voorzien om in het ziekenhuis te verblijven.

Verloop na de operatie

Onmiddellijk na de operatie wordt een onderbeenspalk in kurk aangelegd (soort ‘open gips’), bedoeld als steun en opvang van de druk van de lakens op de pas geopereerd voet. De dag na de ingreep wordt op de afdeling de spalk verwijderd en het verband ververst. Hierna zal de kurkspalk opnieuw worden aangelegd. Er wordt steeds een voorschrift meegegeven voor verdere thuiszorg door een verpleegkundige. Deze kurkspalk geeft ondersteuning aan de voet, maar is niet geschikt om op te lopen. U dient zich dus te verplaatsen met krukken, rollator of rolstoel.

Postoperatieve afspraken

  • De 1e controle is voorzien ongeveer 10 dagen na de operatie. Er gebeurt een wondcontrole en de hechtingen worden verwijderd. Afhankelijk van de stand van de wonde zal opnieuw de krukspalk worden aangelegd of een gesloten onderbeengips.
  • De 2de controle is voorzien ongeveer 3 weken na de operatie. Hierbij zal de gips verwisseld worden. Afhankelijk van het type artrodese kan er nu reeds overgegaan worden tot het dragen van een walkerboot.
  • De 3de controle is voorzien op 6 weken na de operatie. Hierbij wordt een controleradiografie genomen waarna kan worden beslist om over te gaan tot het dragen van gewoon schoeisel.
    Door de postoperatieve zwelling is het steeds aan te raden om te starten met sportiever schoeisel, deze hebben een zachtere zool en bieden meer ruimte voor zwelling. Indien nodig kan men de eerste dagen nog krukken gebruiken ter ondersteuning. Kinesitherapie is normaal niet nodig aangezien het gewricht is vastgezet. Soms kan dit worden opgestart in het kader van gangrevalidatie.

Arbeidsongeschiktheid

Voor mensen die een staand beroep uitvoeren of veel dienen te stappen, moet men vaak rekening houden met een arbeidsongeschiktheid van 3-tal maand. Voor personen die een zittend beroep uitoefenen kan dit soms tot een 6-tal weken beperkt worden. Zolang men de walkerboot draagt mag men niet met de auto rijden.

Postoperatieve zorgen, aanleggen kurkspalk en bunionboot

Zie postoperatieve zorgen