Enkelprothese

Indien het enkelgewricht pijnlijk en weinig mobiel is met duidelijke artrose in het enkelgewricht kan er geopteerd worden om een enkelprothese te plaatsen. Er wordt eerst gekeken of alle andere behandelingen geen betere optie zouden zijn. Na het plaatsen van de enkelprothese is het de bedoeling dat er terug een betere mobiliteit is in het enkelgewricht en dat de patiënt zich kan verplaatsen zonder krukken of rollator.

De ingreep

Voor deze ingreep wordt er een insnede gemaakt aan de voorkant van het enkelgewricht. Met behulp van verschillende meetinstrumenten wordt het beschadigde kraakbeen (en eventuele bot) bijgeschaafd zodat er plaats wordt gecreëerd voor de op maat gemaakte prothese. Hierbij wordt er nauwlettend gemeten en worden steeds eerst proefonderdelen geplaatst om de optimale maat te gaan bepalen. De spieren, bloedvaten en pezen worden tijdens de ingreep opzij gehouden om beschadiging te voorkomen.
De prothese bestaat uit 3 onderdelen:

  1. Een metalen component dat op de tibia wordt geplaatst.
  2. Een metalen component dat op de talus wordt geplaatst.
  3. Een bewegelijk polyethyleen blokje dat tussen de twee metalen componenten komt. Dit heeft zowel een bewegelijke als schokdempende functie.
Voorbeeld van een enkelprothese

De prothese is zo gecoat dat er geen cement nodig is om de prothese te fixeren. Door de coating gaat het bot gaan ingroeien op de prothese, wat zorgt voor een goede fixatie.

Enkelprothese (Profiel voet)
Enkelprothese (Voorzicht voet)
De anesthesie

In de meeste gevallen zal er gebruik gemaakt worden van een algemene anesthesie in combinatie met een inspuiting via de kniekuil. De inspuiting in de kniekuil (‘POPLITEAAL BLOK’ of verkort ‘POP BLOK’) heeft als doel de pijn na de operatie tot een minimum te beperken of zelfs volledig te onderdrukken. Ze wordt toegediend door de anesthesist voor de operatie om een maximaal comfort te geven na de operatie. Hierdoor wordt er ook 1 nacht voorzien om in het ziekenhuis te verblijven.

Verloop na de operatie

Onmiddellijk na de operatie wordt een onderbeenspalk in kurk aangelegd (soort ‘open gips’), bedoeld als steun en opvang van de druk van de lakens op de pas geopereerd voet. De dag na de ingreep wordt op de afdeling de spalk verwijderd en het verband ververst. Hierna zal de kurkspalk opnieuw worden aangelegd. Er wordt steeds een voorschrift meegegeven voor verdere thuiszorg door een verpleegkundige. Deze kurkspalk geeft ondersteuning aan de voet, maar is niet geschikt om op te lopen. U dient zich dus te verplaatsen met krukken, rollator of rolstoel.

Postoperatieve afspraken
  • De 1e controle is voorzien ongeveer 10 dagen na de operatie. Er gebeurt een wondcontrole en de hechtingen worden verwijderd. Afhankelijk van de stand van de wonde zal opnieuw de krukspalk worden aangelegd of een gesloten onderbeengips.
  • De 2de controle is voorzien ongeveer 5 weken na de operatie. Bij deze controle wordt er een radiografie genomen. Hierbij kan er overgegaan worden tot het dragen van een walkerboot.
  • De 3de controle is voorzien op 8 weken na de operatie. Hierbij wordt een controleradiografie genomen waarna kan worden beslist om over te gaan tot het dragen van gewoon schoeisel.
    Door de postoperatieve zwelling is het steeds aan te raden om te starten met sportiever schoeisel, deze hebben een zachtere zool en bieden meer ruimte voor zwelling. Indien nodig kan men de eerste dagen nog krukken gebruiken ter ondersteuning.
Arbeidsongeschiktheid

Voor mensen die een staand beroep uitvoeren of veel dienen te stappen, moet men vaak rekening houden met een arbeidsongeschiktheid van 3-tal maand. Voor personen die een zittend beroep uitoefenen kan dit soms tot een 6-tal weken beperkt worden. Zolang men de bunionboot draagt kan met echter niet met de auto rijden.

Postoperatieve zorgen, aanleggen kurkspalk en bunionboot

Zie postoperatieve zorgen